Taximize: Groepsverzekering - Levensverzekering - Individuele Pensioentoezegging (IPT)

De bvba kan aan de zaakvoerder(s) een groepsverzekering toekennen, of sinds enkele jaren ook een individuele pensioentoezegging (IPT). De kosten hiervan zijn onder bepaalde voorwaarden voor de bvba volledig aftrekbaar en voor de zaakvoerder niet als voordeel alle aard belastbaar. Deze levensverzekering (groepsverzekering of Individuele Pensioentoezegging (IPT)) voor de zaakvoerder is dus een middel om fiscaal gunstig een Extra Wettellijk Pensioen (EWP) op te bouwen.

Omwille van de gunstige belastingsvoeten in het systeem van de inidividuele pensioentoezegging, gaan we ervan uit dat het maximum dat in de 80% regel mogelijk is, onder de vorm van groepsverzekering of individuele pensioentoezegging door de bvba wordt gestort, ten gunste van de zaakvoerder(s). Voor de bepaling van de 80% regel, tellen alle pensioenen in de eerste en tweede pijler mee, dus ook het VAPZ dat al eerder werd berekend. Pensioenen in de derde pijler (individueel pensioensparen) tellen niet mee.

In het scenario dat de persoon rechstreeks als zelfstandige aan de klant factureert, kan de klant voor zijn zelfstandige bestuurder ook een groepsverzekering of IPT opzetten en zijn de onderstaande discussies gelijkaardig. Het verschil is dat wanneer in de management bvba een deel van de omzet niet wordt uitgekeerd als zaakvoerdersloon (en dus als winst in de bvba belast wordt), het maximaal te storten bedrag voor de levensverzekering door de 80% regel zal dalen. Daarom heeft het aspect groepsverzekering/IPT belang in de berekening van de optimale verhouding tussen zaakvoerdersloon vs. winst in de vennootschap.

Een aantal relevante publieke documenten hierover zijn:

Nota: alhoewel er nu belastingsvoordeel wordt genoten bij de stortingen, is er toch wel een aanzienlijke belasting bij uitkering, die een flink deel van het fiscale rendement annuleert, en spijtig genoeg zijn niet alle commerciele brochures over de groepsverzekering even duidelijk over deze 22% belasting bij uitkering. Daarnaast zijn er ook bij de verzekeringsmaatschappij zelf kosten van enkele procent op elke storting, die het rendement verder verlagen. Ook dit aspect is niet uit alle offertes van verzekeringsmaatschappijen onmiddellijk duidelijk.

Hieronder worden 3 fiscale aspecten rond de IPT behandeld:

Algemene voorwaarden

Een volledige lijst van voorwaarden wordt gegeven in artikel 52, tertio, b van het WIB (Wetboek Inkomsten Belasting). De voorwaarden kunnen als volgt worden samengevat:

Deze voorwaarden kunnen slaan op een groepsverzekering bijv. voor alle zaakvoerders die een bepaald loon ontvangen of voor zaakvoerders en bestuurders (bedrijfsleiders in het algemeen), kan dit ook slaan op een Individuele Pensioen Toezegging (IPT). Deze IPT moet dan wel occasioneel en individueel zijn. Voor werknemers is een IPT begrensd tot 1,525 EURO/jaar, maar voor bedrijfsleiders geldt deze begrenzing niet.

Belasting voor de bvba bij storting van de premies

Op de gestorte premies wordt een tax geheven die op dit moment (2007) 4.40 % bedraagt. De premies zijn voor de bvba volledig aftrekbaar als beroepskost, voor zover ze binnen de 80% regel vallen. Indien in een jaar hogere premies worden betaald, zijn deze pro-rata, voor het deel dat ze hoger zijn dan de 80% regel, toe te voegen aan de verworpen uitgaven (dus niet als beroepskost aftrekbaar).

Er zijn plannen om vanaf 2009 a 2010 de tax voor de bvba te verhogen naar ongeveer 10% in bepaalde gevallen van gecombineerde verzekeringen.

Belasting voor de zaakvoerder bij uitkering van de verzekering

Het volledige bruto uitgekeerde kapitaal + winstdeelnames is onderworpen aan de solidariteitsbijdrage tot 2% en de RIZIV-bijdrage van 3.55%, zodat in totaal dus 5.55% aan bijdragen betaald moet worden. Daarnaast is het gedeelte met gegarandeerd rendement (dus niet het gedeelte winstdeelname), onderworpen aan een tax van 16.5 %. In deze berekening wordt geen rekening gehouden met eventuele eigen bijdragen (die zijn onderworpen aan een tax van 10%, maar het lijkt me niet direct nuttig om in het stelsel van een management bvba "eigen bijdragen" te storten ... het lijkt nuttiger om alle bijdragen tot aan de 80% regel door de bvba te laten storten). Het gedeelte winstdeelname is niet onderworpen aan de tax van 16.5% als deze winstdeelname samen met de (te belasten) hoofdsom wordt uitbetaald. Sinds kort zal op de uitkeringen die uitgesteld worden tot de echte pensioenleeftijd en indien de zelfstandige ook tot de pensioenleeftijd blijft werken, een verminderde tax van 10% geheven worden.

Om de belasting aan het gunsttarief van 16.5% te verkrijgen, moet de uitkering gebeuren op één van deze drie tijdstippen (art. 171, 4, f WIB92):

Ook hier geldt de voorwaarde dat de bedrijfsleider in het verleden regelmatige en minstens maandelijkse bezoldigingen heeft genoten in de zin van art. 195 WIB92. Het volstaat dat de bedrijfsleider de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, zelfs indien hij zijn mandaat op dat ogenblik nog verderzet en/of nog niet gepensioneerd is.

De 80% regel

De 80% regel stelt dat er een maximum is aan het kapitaal dat met de IPT wordt opgebouwd, in die zin dat de rente die ermee overeenkomt, samen met de andere wettelijke en extra-legale pensioenen, niet meer mag bedragen dan 80% van de laatste normale bruto bezoldiging van de bedrijfsleider in kwestie.

Een expliciete voorwaarde voor aftrekbaarheid als beroepskost is dat de vennootschap periodiek, minstens om de maand, een bezoldiging moet toekennen en die bezoldiging op het resultaat van dat jaar aanrekenen. Specifiek lijkt het beslissende criterium te zijn dat er maandelijks voorheffingen moeten worden afgedragen op het zaakvoerdersloon. Het gebruik van de Rekening Courant om het zaakvoerdersloon op te boeken, is op zich niet verboden, zolang er maar voorheffingen zijn afgedragen op dat zaakvoerdersloon.

De 80% regel is gebaseerd op Artikel 59 WIB92 en ComIB 59/30:

De formule voor de 80% regel is dus:

EWP ≤ (80% x B - WP) x N/L

met:

EWP

EWP: Extra Wettelijk Pensioen. Het totaal van alle pensioentoezeggingen bij verschillende plannen en verschillende ondernemingen. Hier tellen de individuele levensverzekering (derde pijler) niet mee.

B

B: de laatste normale bruto jaarbezoldiging (art. 34 KB/WIB92).

WP

WP: Wettelijk pensioen bij zelfstandige bedrijfsleiders. Ondanks de complexe berekening van het reële pensioen voor zelfstandige en personen met een gemengde loopbaan (deels werknemer en deels zelfstandige), mag voor de bepaling van de 80% regel gewoon gewerkt worden met een forfaitaire raming van het zelfstandigenpensioen van 25% van het huidige bruto jaar inkomen en dit wordt dan begrensd (maximum en minimum). De bedragen voor een alleenstaande voor december 2006 zijn ongeveer (het is zeer moeilijk om hier exacte cijfers over te vinden):

De status van de zelfstandige als alleenstaande of gezinshoofd moet dus gekend zijn voor deze berekening. We zullen aannemen dat deze status gelijk loopt met de status van overdraagbaarheid naar de echtgeno(o)t(e) LifeInsuranceTransferability die hieronder besproken wordt.

N

N: aantal jaren in de onderneming gepresteerd en nog te presteren jaren.

Voor deze berekening zijn de huidige leeftijd en de pensioenleeftijd nodig. De pensioenleeftijd (LifeInsurancePensionAge) wordt hier afgerond naar een geheel getal tussen 60 en 65 (dus 60, 61, 62, 63, 64 of 65). De reden is o.a. dat de tabel met de coëfficieënten alleen voor gehele getallen van pensioenleeftijd is gegeven. De huidige leeftijd mag wel als een niet geheel getal worden opgegeven, omdat ook de verzekeringsmaatschappijen de berekeningen typisch in maanden uitvoeren en dus niet altijd met gehele jaren werken.

In de onderneming: jaren dat de persoon als zelfstandige of werknemer in de onderneming heeft gewerkt en er nog zal werken tot aan de normale pensioenleeftijd (dit is minimum 60 jaar, max. 65 jaar, ifv de keuze van het IPT contract). De leeftijd voor pensionering moet natuurlijk hoger liggen dan de huidige leeftijd (de software zal de pensioenleeftijd minimaal even groot als de pensioenleeftijd maken). Als de termijn tot aan pensionering minder dan 1 jaar is, zal er geen IPT meer toegekend worden. De jaren die in de onderneming zijn gewerkt, mogen dus ook jaren zijn waarin de persoon als werknemer in de onderneming heeft gewerkt als hij niet altijd als zelfstandige heeft gewerkt in de onderneming.

Buiten de onderneming: jaren dat de persoon buiten de onderneming heeft gewerkt. De jaren buiten de onderneming mogen ook meegeteld worden in de berekening van N, maar met een maximum van 10. Natuurlijk mag de totale N (binnen en buiten de onderneming) ook nooit hoger worden dan L (dus N/L ≤ 1).

L

L: normale duur volledige loopbaan. Voor de berekening van de 80% regel forfaitair vastgesteld op 40 jaar (KB/WIB92 art. 34, 3) voor mannen en vrouwen (ook al is voor de berekening van het wettelijk pensioen de volledige loopbaan 45 jaar voor mannen en in 2007 44 jaar voor vrouwen).

Omzetting naar maximum kapitaal

De omzetting naar een maximum kapitaal wordt bekomen door de maximum EWP jaarrente te vermenigvuldigen met een coëfficiënt in functie van de leeftijd van pensionering en in functie van de overdraagbaarheid en eventuele indexering van de rente. Als het de bedoeling is de stortingen zo groot mogelijk te maken (binnen de 80% regel), zal men steeds de kolom kiezen met indexatie en zal men (indien gehuwd) ook kiezen voor de formule met 80% overdraagbaarheid (LifeInsuranceTransferability). Het pensioenreglement moet dan wel voorzien in een mogelijkheid van uitkering in geindexeerde rente en overdraagbaarheid van de rente aan een langstlevende echtgeno(o)t(e). De berekening in Taximize kiest standaard voor indexatie van de rente.

Combineren met bestaande verzekeringen

Vermoedelijk heeft u reeds andere kapitalen beschikbaar van vroegere verzekeringen. Deze kapitalen van andere bestaande verzekeringen voor extra-legaal pensioen moeten nu afgetrokken worden van dit totaal om vast te stellen hoeveel u nog in deze verzekering bijeen kan sparen. Dit is de som van het geprojecteerde bedrag op pensioendatum van alle andere bestaande verzekeringen in EURO (inclusief de geschatte winstdeelname in die andere verzekeringen).

Correctie voor winstdeelname

Als bij het afsluiten van het contract de winsdeelname nog niet gekend is, zal deze forfaitair op 20% worden geschat. Dit betekent dat het totaal kapitaal gedeeld wordt door 1.20 om het gegarandeerd kapitaal (met gegarandeerde rentevoet) te bekomen.

Bepalen Jaarpremie ifv maximum kapitaal

Dit is het voorwerp van een gedetailleerde offerte van uw verzekeringsmakelaar. Voor de simulaties hier zullen we aannemen dat een jaarlijks rendement van 2.50 % wordt gegarandeerd. Het gedeelte winstdeelname is niet belangrijk voor deze berekening, omdat het in de formule forfaitair op 20% van het geheel wordt genomen. Dus de formule voor de maximale jaarpremie is:

max jaar premie = max kapitaal / (som over alle jaren tot aan pensioen ((1.025) ^ aantal jaren tot pensioen)))

waarbij het ^ teken de machtsverheffing voorstelt. Deze sommatie kan met een integraal benaderd worden als:

max jaar premie = max kapitaal / (((1.025 ^ aantal jaren tot pensioen) - 1)/0.025))

Door het gebruik van de integraal (i.p.v. sommatie) wordt het ook makkelijker om voor een deel van een jaar (een niet natuurlijk getal) de formule te gebruiken.

verrekening met VAPZ

De totale jaarpremie wordt dan gebruikt om 2 verzekeringen te volstorten. Enerzijds het VAPZ (met bijdragen van de zelfstandige zaakvoerder) en anderzijds het IPT. De stortingen die de bvba dus maximaal mag maken in het IPT zijn de totale jaarpremie min de storting (door de zelfstandige) in het VAPZ.

Bepalen rendement in één jaar

Om in de optimalisatie van het zaakvoerdersloon deze factor mee te kunnen berekenen in een bepaald jaar, wordt verondersteld dat het geld dat door de bvba in de IPT wordt geïnvesteerd aan dezelfde waarde nu beschikbaar is. Hiervan moeten natuurlijk wel de taxen bij storting en bij uitkering afgetrokken worden. In absolute termen zal het geld (na aftrek van alle taxen, belastingen en kosten van de verzekeringsmaatschappij) met de gegarandeerde rentevoet (bijv. 2,50%) en de winstdeelneming oprenten, maar voor alle berekening in taximize houden we geen rekening met rente en inflatie. Wanneer het geld dat bij de uitkering wordt ontvangen (60 jarige leeftijd of later), naar het heden wordt verdisconteerd met de rentevoet die men op andere langetermijnbeleggingen kan krijgen, zal de huidige netto waarde ongeveer terug identiek zijn aan de stortingen (waarna het nog wordt verminderd met kosten en taxen). Anders gezegd, de assumptie die ik maak is dat het intrinsiek rendement van de levensverzekering (door het gebruik van de winstdeling) redelijk gelijk zal lopen met het rendement op een andere langetermijnbelegging. De enige reden om dus aan deze niet-liquide vorm van pensioensparen te doen, lijkt voor mij het belastingsvoordeel te zijn. Deze formule wordt aantrekkelijker naarmate men de pensioenleeftijd nadert (omdat de illiquiditeit dan minder meespeelt en omdat met de back-service een serieuze inhaaloperatie mogelijk is in de laatste jaren voor het pensioen).

In die optiek, leveren de stortingen door de vennootschap dus een netto bedrag voor de zaakvoerder van:

rendement = (1/1.044) * (1 - 0.0555) * (1 - 0.165/1.2) = 0.78

Backservice

Voor de eenvoud houden we hier geen rekening met backservice (het aantal jaren buiten de onderneming telt wel mee in de berekening van N). Backservice kan gebruikt worden om in een bepaald jaar direct een grotere storting uit te voeren voor compensatie van vroegere mindere stortingen, waarbij die back-service storting op zich niet aan de 80% regel is onderworpen, zolang het totaal verzekerde kapitaal maar niet de 80% regel overschrijdt.

Eindcontrole bij uitkering ?

Het is niet duidelijk als er naast de jaarlijkse controle op de aftrekbaarheid van de gestorte premies als kost voor de bvba, er op het einde bij de uitkering nog een tweede test gebeurt waarin dan het gehele gespaarde pakket aan levensverzekeringen voor een persoon getoetst wordt aan het laatste "normale" zaakvoerdersloon. Informatie hierover is welkom !

Valid XHTML 1.0 Strict

Copyright © Peter Vandenabeele 2007. Laatst aangepast op 3 mei 2007. Home.

Licentie:

This file is part of Taximize.

Taximize is free software; you can redistribute it and/or modify it under the terms of the GNU General Public License as published by the Free Software Foundation; either version 2 of the License, or (at your option) any later version.

Taximize is distributed in the hope that it will be useful, but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the GNU General Public License for more details.

You should have received a copy of the GNU General Public License along with Taximize; if not, write to the Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin St, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA